8 Rembrandt van Rijn

Toon Dupuis – 1906

Toen Rembrandt 26 jaar was verliet hij zijn geboortestad voorgoed en vestigde zich in Amsterdam. Toen in 1906 zijn 300ste geboortejaar gevierd werd probeerde Leiden nog een rol te spelen in die gebeurtenis, maar Amsterdam pakte groter uit. Daarna leek Leiden het bijltje er bij neer te gooien: de restanten van zijn geboortehuis werden afgebroken en er werd weinig meer gesproken over “Leidens grootste zoon”. Totdat in de aanloop naar het 400ste geboortejaar een groep mensen een campagne begon om Leiden als geboortestad van Rembrandt weer op de kaart te zetten. En daarmee werd een strijd blootgelegd, die veel weg heeft van de historische tweespalt tussen de rekkelijken en de preciezen. “We hebben niks meer van Rembrandt”, zeggen de preciezen, “zijn geboortehuis is afgebroken, de molen van zijn vader is er niet meer, we weten niet waar zijn atelier was en de enige plek waarvan we zeker weten dat hij er geweest is, de Latijnse School, herbergt een bedrijf.” “Maar dan reconstrueren we toch zijn geboortehuis,” antwoorden de rekkelijken. “De Molen de Put, de Rembrandtbrug, allemaal reconstructies van bouwwerken uit de 17e eeuw. Waarom niet zijn geboortehuis?” Maar nee, de preciezen vinden dat kitsch.

Routeaanwijzing: Loop even terug en ga rechtsaf onder het grote witte gebouw door. Volg het water, ga met de bocht mee naar links en loop de Groenhazengracht uit. Aan het eind gaat u rechtsaf het Rapenburg op. Aan de andere kant van de eerste brug ziet u een muurgedicht.